Leren en overleven in een turbulente omgeving
Arie de Geus ziet ondernemingen als levende wezens met een identiteit en het vermogen te leren, als organismen die in relatie met hun omgeving evolueren. Een levende onderneming wil overleven en zichzelf verbeteren. Hij bestaat niet zozeer om winst te behalen, wél om zijn potentieel waar te maken en zo groot te worden als mogelijk is.
Voor een levende onderneming zijn medewerkers van grote waarde. Zij leveren als levende cellen van het organisme een directe bijdrage aan het succes, meer dan grondstoffen of kapitaal. Het boek van Arie de Geus dateert uit 1997, maar is nog altijd actueel. In de huidige kenniseconomie is de waarde van de individuele medewerker alleen maar toegenomen.
Volgens de Geus zijn er vier sleutels voor een lang en gezond leven als organisatie:
- Gevoeligheid voor de omgeving en het vermogen zich aan te passen.
- Het vermogen een eigen identiteit op te bouwen en medewerkers hieraan te verbinden.
- Tolerantie en decentralisatie; het besef dat de omgeving zich op langere termijn niet laat beheersen en dat experimenten en activiteiten in de marge nuttig zijn om inzichten te vergroten.
- Behoudend financieel beleid, waarin winst wordt gezien als zuurstof, maar niet als doel. En waarbij men altijd geld achter de hand houdt voor de toekomst.
Bestuurders die zich dat bewust zijn leggen in een snel veranderende wereld de prioriteit bij het voortbestaan van hun organisatie op de (middel)lange termijn.